Mok komt het meest voor in de vorm van een ontsteking of irritatie in de kootholte, dat is de holte tussen de hoefrand en de kogel. Als de ontsteking zich verder uitbreidt, wordt het rasp of rap genoemd. Mok begint meestal met een gevoelige, rode huid, waarna er wondjes ontstaan die later tot korstvorming leiden. Ook een verdikte huid in de kootholte, jeuk aan het been, een opgezet, dik of warm been en koorts zijn symptomen van mok. Er wordt onderscheid gemaakt tussen droge en natte mok. Droge mok wordt gekenmerkt door kloven terwijl bij natte mok wondvocht uit de blaasjes komt dat, als het opdroogt, tot (dikke) korsten kan leiden. Of het nu gaat om droge of natte mok, het is niet besmettelijk voor andere paarden.
Oorzaak
Vocht is de meest bekende boosdoener. Vandaar dat de aandoening ook het meeste voorkomt in natte periodes in het jaar, zoals de herfst en winter. De mok ontstaat dan door het week worden van de huid, bijvoorbeeld als je paard te lang op een natte bodem heeft gestaan. Dit kan zowel in de wei als op stal of in de paddock zijn maar let ook op dat je de benen van je paard goed afdroogt na het wassen. De natte bodem maakt de huid van de onderbenen zacht en week, waardoor bacteriën die zich eigenlijk altijd op de huid van een paard bevinden en normaal gesproken geen problemen veroorzaken, nu wel tot irritatie kunnen leiden. Op een verzwakte en/of weke huid krijgen bacteriën namelijk meer kans om zich te verspreiden. Naast vocht kan mok ook ontstaan door virussen, schimmels, insectenbeten, verbranding door de zon of allergieën. Bovendien is het ene paard gevoeliger voor mok dan het andere.
Behandeling
Omdat vocht zo’n belangrijke rol speelt bij deze aandoening, is het schoon en droog maken van het been van je paard de eerste stap in de behandeling van mok. Doe dit bijvoorbeeld met Betadine en dep het been voorzichtig droog met een schone handdoek of gebruik een (niet te hete) föhn. Als je paard veel behang heeft is het handig dit eerst voorzichtig weg te scheren. Ook is het belangrijk om eventuele korsten te verwijderen. Als de korsten niet los zitten, kun je ze eerst weker laten worden met vette zalf of olie zodat het verwijderen geen pijn doet bij je paard. Om dit goed in te laten trekken en de huid verder schoon te houden, kun je bijvoorbeeld gebruikmaken van katoenen verband over de zalf. Zorg natuurlijk wel dat je zo’n verband op de juiste manier aanlegt. Smeer na het verwijderen van de korstjes de kootholte in met bijvoorbeeld mokzalf of zinkzalf, om de huid te beschermen tegen vuil. Welke zalf en verdere behandeling het best werkt voor het paard verschilt, net als de lengte van de herstelperiode. Vraag bij twijfel altijd een dierenarts om hulp.
Maak jouw eigen website met JouwWeb